Paaspauze en ander fraais

Ze treft alle Belgen, maar de Lembekenaren toch in het bijzonder:
de Paaspauze. Ik krijg er de kriebels van, van het woord ‘Paaspauze’. Wie bedenkt het? Een of andere (flauwe) plezante kabinetsmedewerker die te veel allitererende Suskes en Wiskes heeft gelezen en dacht er iets speels tussen te gooien, ‘want het is al zwaar genoeg’?
Het afgelopen jaar werden trouwens veel termen van onder het stof gehaald of zagen nieuwe termen het daglicht. Veel ervan kan ik intussen niet meer horen en mogen ze snel stoppen daar waar datzelfde … niet schijnt. Inderdaad.
Wie kan het woord ‘bubbel’ nog verdragen? Ik ben er eigenlijk nooit fan van geweest, geef mij maar een fris biertje uit onze streek. Daar zitten ook wel bubbels in, maar zonder streken… meer mijn ding.
Of ‘perspectief’, nog zo een term waar ik intussen de spreekwoordelijke seskes van krijg. Die wortel die ons vaak wordt voorgehouden, maar telkens tevergeefs. Een lege doos eigenlijk, dat perspectief.
Verder in dat rijtje: curve (nog nooit zag ik er zo veel, zelfs niet tijdens de lessen statistiek), overlegcomité (waar ze bijv. dat over het zitten aan het raampje bedenken) of viroloog (onheilsprofeet lijkt mij een correctere term),

Om maar te zeggen. Ik word het allemaal wat beu, maar er zit niets anders op dan te volharden. Tot Sint-Juttemis, euh sorry, tot de vaccinatie. Met sarcastische dank aan de Europese toponderhandelaars.

Enfin, tijd voor die frisse pint. En een pak friet. Nee, nee, niet van de chinees, ik wil geen heisa bij omhooggevallen,
gevoelige #likeme actrices.

Tot perspectiefs, hopelijk snel na de Paaspauze, in een bubbel Van Hondzocht tot het Maasdal…